Burmees, Tonkanees, Tiffanie, Tibetaan, Burmilla, Bombay en Asians
Katten uit het Verre Oosten?
Copyright tekst : K. v.d. Wijk
Burmees
Toen ik in de jaren zeventig met mijn Siamezen regelmatig tentoonstellingen bezocht, stond ik eens met mijn katten naast een kooi met twee Burmezen. Terwijl mijn Siamezen onder het kussentje in de kooi wegkropen, speelden de Burmezen het hele weekend letterlijk met alles. Het deed er niet toe of het een balletje, een propje papier of de vinger van een bezoeker was, alles was speelmateriaal voor hen. Burmezen zijn dan ook beslist niet schuw maar ondernemend, speels en “open-minded”.
Ze zijn oosters van bouw, bijzonder hard gespierd en bezitten een superkorte glanzende vacht met een satijnachtige structuur en zonder enige streeptekening. Deze vachtsoort is kenmerkend voor dit ras. Vooral bij de oorspronkelijke bruine Burmees kan men deze vachtkwaliteit vinden. Door selectief fokken hebben de meeste “nieuwe” inmiddels ook deze schitterende vachtkwaliteit. De vachtkleur van de Burmees vertoont nuances, die bij geen enkel ander ras voorkomen. De onderkant van het lichaam is lichter van kleur dan de rug en de poten. Die overgang verloopt heel vloeiend. De kleur van de kop en de oren mag contrasteren met de kleur van het lichaam.
Streeptekening (ghostmarking) is alleen tot en met de kittenleeftijd toegestaan. Daarna is het een ernstige fout. Het is daarom heel belangrijk dat men de torties van dit ras heel zorgvuldig op streeptekening bekijkt, omdat dit bij torties minder goed waarneembaar is. En juist bij de torties is streeploosheid van groot belang! De Burmees komt tegenwoordig in vele kleuren voor, zelfs in cinnamon en fawn!
Opvallend is ook, dat de lichaamsbouw en kopvorm uit rondingen bestaat. Hij heeft een ronde borst, een rond staarteinde en afgeronde oortoppen. Bovendien moet de ruimte tussen de oren rond zijn. Dit noemt men de koepel of dôme. De ogen, die wijd uit elkaar staan, zijn groot. Het bovenste ooglid vormt een rechte, schuingeplaatste lijn in de richting van de neus, het onderste ooglid loopt rond. Dit geeft de uitdrukking iets speciaals, hetgeen de fokkers de Burmezen-look noemen. De oogkleur moet geel zonder een zweem van groen zijn. Helaas hebben vele overigens voortreffelijke Burmezen geen sterke oogkleur. Al met al een intrigerend kattenras, maar hoe komen we eigenlijk aan de Burmees?
Geschiedenis
Burmezen stammen uit Zuidoost-Azië (Thailand/Birma) en zijn nauw verwant aan de Siamezen. Reizigers in deze gebieden merken nog steeds de katten van Burmees en Siamees type en kleur in die landen op. En hoewel er verhalen en legenden over Burmezen in omloop zijn, hebben we het ras te danken aan een Amerikaanse psychiater, Dr. Joseph Thomson. Hij fokte al heel lang Siamezen en soms gaf hij een katje aan één van zijn patiënten met de opdracht het katje te verzorgen, zijn gedrag te observeren, er mee te fokken en het zorggedrag van een moederpoes te bestuderen. Op die manier probeerde hij de aandacht van de patiënt te verleggen naar positieve en interessante zaken. Zowaar een uitstekend idee van een psychiater!
Op één van zijn reizen naar Zuidoost-Azië ontdekte hij een bruin katje, dat er uitzag als een donkere Siamees. Hij nam het mee naar Californië en noemde het dier Wong-Mau. Wong-Mau werd gedekt door een Siamese kater en er ontstonden Siamezen en net zulke donkere jongen als Wong-Mau zelf. Later werd Wong-Mau gedekt door één van haar donkere zonen en toen was de verrassing compleet, want er lagen drie verschillende kleuren in het nest: Siamezen, de donkerder katten zoals de ouders en nog donkerder bruine katten die bijna geen pointaftekening vertoonden. Deze donkerbruine katten waren Burmezen.
Uit Burmezen gekruist met Burmezen werden uitsluitend Burmezen geboren. En daarmee werd bewezen dat men met een nieuw ras te maken had. Ook werd hiermee bewezen dat Wong-Mau een hybride was van een Siamees en een tot dan toe onbekend ras: de Burmees. Deze hybriden (zoals Wong Mau) noemen we tegenwoordig Tonkanezen.
Genetisch gezien behoren de Burmees en de Siamees tot de albinoserie. De recessieve genen voor Burmese en Siamese aftekening onderdrukken de volledige pigmentvorming. Daardoor is de kat niet helemaal egaal gekleurd, maar krijgen alleen de points een duidelijke kleuring, al is die lichter dan de originele genetische kleur. Het lichaam krijgt nog minder kleur. Dit verschijnsel geldt voor de Siamees nog sterker dan voor de Burmees. Zo wordt een genetisch zwarte kat met twee genen voor Burmese aftekening een bruine Burmees en een genetisch zwarte kat met twee genen voor Siamese aftekening een seal-point Siamees.
De hybride Burmees en Siamees draagt een gen voor Siamese en een gen voor Burmese aftekening. Deze katten zien er uit als een tussenvorm tussen Siamees en Burmees maar daarover later meer. Uit nakomelingen van Wong-Mau en latere importen uit Burma naar Amerika werden de Burmezen gefokt.
De CFA erkende het ras al in 1936. Pas in 1949 werden de eerste Burmezen in Engeland geïmporteerd door Mrs. L. France: twee poezen en een kater. De GCCF erkende het ras in 1952. Oorspronkelijk kwam de Burmees alleen in de kleur bruin voor, maar al spoedig ontstond (als verrassing) de kleur blauw.
Een beroemde Burmese kater Champion Casa Gatos Darkee, die uit Amerika naar Engeland was gekomen, dekte één van zijn dochters genaamd Chinki Golden Gay. Eén van de kittens bleek niet bruin, zoals werd verwacht, maar blauw van kleur te zijn, men noemde het kitten Sealcoat Blue Surprise. Een toepasselijke naam.
Later volgden de kleuren rood, crème en torties. Deze kleuren ontstonden door kruisingen met een red-point Siamees en met een rode huiskat. Aan het einde van de zestigerjaren werden er opnieuw enige Burmezen uit Amerika naar Engeland gehaald. Hierbij waren ook de nieuwe kleuren chocolate en lilac. De Amerikanen hadden deze kleuren van de Siamezen “geleend”. Aanvankelijk was de vachtkwaliteit van deze nieuwe kleuren ronduit slecht. De vacht was lang en miste de typische zijdestructuur. Door voortdurende terugkruising met de beste bruine en blauwe Burmezen is deze vachtkwaliteit veel verbeterd en tegenwoordig van dezelfde kwaliteit als van de beste bruine Burmees. Daarnaast treft men de laatste jaren cinnamon en fawn Burmezen aan, hoewel deze nog zeer beperkt in aantal zijn.
Tegenwoordig komen de Burmezen in twee nogal verschillende types voor. Het Europese (Engelse) type en het Amerikaanse type. Door verschillende fokideeën over dit ras te volgen zijn de Europese en de Amerikaanse in de loop der jaren uit elkaar gegroeid. De Europese Burmezen zijn wat oosterser van bouw en wat langer van kopvorm dan de Amerikaanse Burmezen. Amerikaanse Burmezen zijn compacter van lichaam en veel korter van kopvorm dan de Europese Burmezen.
Amerikaanse Burmezen zijn bijvoorbeeld gebruikt bij de ontwikkeling van de Exotic Shorthair. Voor beide types zijn er liefhebbers in ons land. Maar het Europese type komt het meest voor. In Frankrijk worden de verschillende typen Burmezen in verschillende klassen gekeurd! Klasse Europese Burmezen en klasse Amerikaanse Burmezen. Maar wat te doen met de kittens die uit ouders komen, die tot beide typen behoren?
De Burmees is een slanke, elegante, goed gespierde korthaar kat met een karakteristieke brede ronde borst en een vriendelijk, aanhankelijk karakter. De kat voelt zwaarder aan dan hij lijkt.
Tonkanezen
"Laat uw Siamees door mijn Burmese kater dekken en u krijgt prachtige kittens met een café au lait kleur!"
Een advertentie met deze tekst verscheen in de jaren zestig regelmatig in een landelijk dagblad en in kattentijdschriften. De Burmese kater was Kevitor Brown Berry en de eigenaar was ene mijnheer Campen uit Den Haag. Hij importeerde in 1963 drie Burmezen uit Engeland. Ik dacht er niet aan om mijn Siamese poes door een Burmese kater te laten dekken, maar het resultaat zouden Tonkanezen zijn geweest.
Tonkanezen zijn kortharige katten, die ontstaan uit de combinatie Burmees x Siamees. Uit de ontstaansgeschiedenis van de Burmees kunt u al ontdekken dat de stammoeder van de Burmees, Wong-Mau, zelf een Tonkanees was. Tonkanezen hebben een gen voor Burmese aftekening en een gen voor Siamese aftekening. Daardoor houdt de kleur van de Tonkanees het midden tussen de bijna effen Burmees en de points van de Siamees. Er is nog contrast tussen de points en de lichaamskleur. De oogkleur mag niet geel of blauw zijn, maar moet turkoois of aquamarijn zijn.
De lichaamsbouw moet het midden houden tussen de lange lichaamsbouw van de Siamees en de gespierde lichaamsbouw van de Burmees. Vooral de eerste generatie raskruising voldoet heel aardig aan de standaard. Als fokker wil je dit aantrekkelijke geheel natuurlijk vasthouden en als ras stabiliseren, maar helaas dat is heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Als je nl. Tonkanees x Tonkanees kruist ontstaan er katten met drie verschillende kleuren. 1: Tonkanees gekleurde katten, 2: Burmees gekleurde katten, 3: Siamees gekleurde katten.
Omdat de Burmees wat lichaamsbouw en kopvorm betreft nogal verschilt van de Siamees bestaat het gevaar dat men Siamees getekende dieren met blauwe ogen en een Burmese kopvorm en lichaamsbouw krijgt en omgekeerd. Ook de Tonkanezen kunnen nogal verschillend zijn. Soms zijn ze meer Burmees, soms meer Siamees van type.
Vroeger werden de Burmees gekleurde dieren uit deze combinaties als Burmees en de Siamees getekende dieren als Siamees geregistreerd. Gelukkig gebeurt dit nu niet meer. Naar Amerikaans (TICA) voorbeeld worden alle dieren uit de combinatie Tonkanees x Tonkanees nu als Tonkanees geregistreerd en wel als volgt: De Burmees getekende dieren worden Sepia Tonkanezen genoemd, de Siamees getekende dieren worden Point Tonkanezen genoemd en de Tonkanezen worden Mink Tonkanezen genoemd. Alle dieren uit een dergelijke combinatie zijn en blijven tegenwoordig Tonkanezen en mogen ook alleen voor de fokkerij van Tonkanezen worden gebruikt.
Hoewel niet eenvoudig, moet het mogelijk zijn om met als uitgangspunt een brede basis van katten, veel geduld en fokkersgeluk, een populatie van Tonkanezen te fokken, die wat type betreft aan de standaard voldoet en fokzuiver is. Omdat Burmezen en Siamezen niet tot dezelfde rasgroep behoren dient u, voordat u deze combinatie wilt gaan doen, hier eerst schriftelijk toestemming voor te vragen bij de stamboekcommissie. Hetzelfde geldt ook voor een uitkruising van een Tonkanees. De Tonkanees is ontstaan uit de kruising van Siamees x Burmees. De ideale Tonkanees is een kat, die zowel wat type als aftekening betreft tussen de Siamees en de Burmees in zit. Het is een alerte, actieve, goed gespierde korthaar kat met een vriendelijk karakter. Hij ontwikkelt zich langzaam en is pas op de leeftijd van 2 jaar helemaal uitgegroeid
Tibetanen
De Tibetaan is een Tonkanees met een halflange vacht met een fijne glanzende zijdestructuur en heel weinig ondervacht.
Daardoor valt de vacht sluik langs het lichaam. De staartharen zijn wat langer.
De Tibetaan is in Nederland ontwikkeld en is voortgekomen uit Tonkanezen en Balinezen.
Door op vachtlengte en de Tonkanese kleur te selecteren is het in enige generaties gelukt om een Tonkanees met een halflangharige vacht te fokken.
Het is een aantrekkelijke kat met hetzelfde nieuwsgierige en ondernemend karakter als de Tonkanees.
Asians
Sinds enige jaren worden er in Engeland katten van het Burmese type gefokt, die een ander patroon, vachtkleur of haarlengte hebben dan de Burmees. Hieronder vallen bijvoorbeeld de effen gekleurde katten zoals de Bombay, de zilvergekleurde Burmilla, de Asian smoke, de Asian tabby’s en ook de halflangharige Burmees, de Tiffany. [De Singapura valt er niet onder, maar is ook afgeleid van de Burmees.]
Asians zijn katten van het Burmese type, maar zonder of de Burmese vachtkleur, of het Burmese patroon of de Burmese haarlengte.
Tot de Asians behoren: Asian self, effen variëteiten inclusief Bombay Burmilla, de shaded en tipped variëteit Asian smoke, Asian tabby’s, met ticked, spotted, mackerel of het blotched patroon. Tiffanie, de halflanghaar variëteit van de Burmees en Asian.
Bombay
De Bombay is een lakzwarte kat. De kat is van gemiddelde grootte met een heel korte vacht die glimt als een spiegel. Hij is in Amerika gefokt met behulp van Burmezen en zwarte American Shorthairs.
Het doel was een kat te creëren, die op een zwarte panter leek. De ogen steken fel af tegen de zwarte vacht want ze zijn goudachtig geel tot diep koper van kleur. Het ras werd al in 1976 erkend en is regelmatig in Europa op tentoonstellingen te bewonderen.
Burmilla
De Burmilla is ontstaan uit een ongeplande kruising van een Chinchilla Pers en één lilac Burmees. De fokster was zo gecharmeerd van een van de kortharige zilverkleurige kittens dat ze het plan opvatte om er een nieuw ras mee te creëren. De Burmilla is een agouti kat met een zilverkleurige ondervacht. De shading of tipping kan verscheidene kleuren dragen zoals zwart, blauw, chocolate en lilac. Ook rood, caramel en torties in verschillende kleuren zijn mogelijk.
De lichaamsbouw en kopvorm zijn die van de Burmees. Op het voorhoofd is een duidelijke M (scarabee) te zien. De pootjes zijn lichtelijk van streepjes voorzien en de enigszins geringde staart eindigt in een eenkleurige punt waaraan men de genetische kleur kan herkennen. Op dit moment zijn er nog heel weinig Burmilla’s in Europa. In Denemarken is er een fokster die zich al enige jaren intensief met het ras bezighoudt. Om de kleur zilver zuiver te houden moet men steeds zilver x zilver fokken, daardoor wordt de genenpool klein. Ook ontstaan er in sommige nesten Burmilla’s met een golden ondervachtkleur.
Al met al een heel mooie vertegenwoordiger van de Asian groep. De tabby en smoke groep Asians is in Engeland heel populair, maar komt in Europa nog niet dikwijls op shows voor. Het zou interessant zijn als er eens een groep fokkers zou komen die zich gezamenlijk voor deze katten zou gaan interesseren. Ik schrijf met opzet GROEP fokkers omdat alleen als men gezamenlijk en in goed overleg iets nieuws begint, men succes kan oogsten. Men moet dan fokprogramma’s maken en elkaar de beste dieren toespelen. In de loop der jaren heb ik alleen van op deze manier gevoerde fokprogramma’s mooie en blijvende resultaten gezien.
De Burmilla mag zowel tipped als shaded zijn, maar er moet nog wel duidelijke tipping aanwezig zijn. Op de staart en de voeten nog tabby-aftekening, maar met zo weinig mogelijk tabbyaftekening op het lichaam; een open halsband en iets aftekening op de buik is toegestaan. De voorkeur wordt gegeven aan dieren met een gelijkmatige tipping.